Algemene informatie over FRUITBOMEN
Algemene informatie over FRUITBOMEN
Groot fruit
-
0,00€
- Excl. BTW:0,00€
|
BOOMVORMEN: De meeste fruitbomen zijn verkrijgbaar in 3 tot 4 boomvormen: - Laagstammen (= struiken of pyramiden) dit zijn bomen met een zeer kort stammetje, van 40 tot 60 cm (de stamlengte tussen de grond en de onderste vertakking). Bij levering zijn deze tussen 100 en 175 cm hoog, en worden uiteindelijk 2,5 tot 4 meter hoog, afhankelijk van de soort en de snoei. - Halfstammen hebben een stamlengte van 140 tot 150 cm, dus van op de grond tot aan de onderste vertakking. Deze zijn bij levering 175 tot 250 cm hoog en worden volgroeid 3,5 tot 5 meter hoog, eveneens afhankelijk van de soort en de snoei. - Hoogstammen hebben een stamlengte van 180 tot 200 cm, tot aan de onderste vertakking; ze zijn bij levering 2,50 tot 3,25 meter hoog. Ze worden 4 tot 7 meter hoog, afhankelijk van de soort en de snoeimethode. - Leifruit Dit jaar zijn van enkele appel en peersoorten ook laagstammige LEIVORMEN beschikbaar, voorlopig alleen nog maar met blote wortel en mits voorafgaande bestelling. U kan kiezen uit 2 lei-modellen: dubbel V en dubbel U. Ook sommige perziksoorten zijn beschikbaar als dubbel V. Leivormen worden voornamelijk gebruikt om tegen (zonnige) muren aan te planten, of om aan vrijstaande draden geleid te worden. Leibomen snoeien vergt wel voldoende kennis van de noodzakelijke snoeitechniek !
PLANTAFSTANDEN: -Laagstammen worden best op volgende afstanden geplant: 3 tot 4 meter voor peren 3 tot 5 meter voor appelen 4 tot 4 meter voor krieken, perzik, abrikoos, pruim, kweepeer en mispel 5 tot 6 meter voor kersen. - Halfstammen en hoogstammen worden best op volgende afstanden geplant: - 5 meter voor perzik, kweepeer en mispel. - 6 meter voor noordkriek en abrikoos. - 7 meter voor pruimen. - 8 tot 10 meter voor appel, peer en kers. - 12 meter voor kastanjes en notenbomen. - Leibomen (tegen muren of aan draden) worden minimaal 2,5 tot maximaal 4 meter van elkaar geplant.
BESTUIVING: Om vruchtzetting aan fruitbomen te verkrijgen is het vooreerst nodig dat de bomen BLOEIEN: zonder bloemen nooit vruchten ! Door verkeerd snoeien is het mogelijk dat u steeds veel sterkgroeiende twijgen krijgt, maar geen of weinig bloemen. Late lentenachtvorst, juist op het kritieke moment dat de bloemen zich openen of op het moment dat het rijpe stuifmeel vrijkomt, heeft eveneens een zeer nefaste invloed op de vruchtzetting. Vervolgens moet het vruchtbeginsel in deze bloem bevrucht worden. Normaal gebeurt dit door het stuifmeel in de bloem dat loskomt van de stuifmeeldraden en via de stamper in de bloem het vruchtbeginsel bevrucht, waarna de vrucht begint te groeien (= ZELFBESTUIVEND). Bij veel fruitbomen zijn de bloemen echter onvruchtbaar voor het eigen stuifmeel