Gebruikt als fruit- en sierplant. Deze bladverliezende variätie is wel gedoornd: de stengels zijn volledig met zeer fijne stekeltjes bezet. Bloeit in de lente met witroze bloemen en draagt oranjerode (eetbare) vruchten in de herfst. Matig tot sterk groeiende struik met lange slappe ranken, dient dan ook als een klimplant behandeld te worden en langs een muur of aan draden geleid te worden. Plantafstand: 1,5 tot 2 meter. Meer informatie vindt u in het vakje met 'Algemene informatie over kleinfruit'.