Irissen zijn zeer gekende grotendeels groenblijvende planten en ze groeien bijna allemaal vanuit korte ondergrondse wortelstokken. De bladeren zijn meestal donkergroen en zwaardvormig. De grote lelieachtige bloemen, wit met een lichtblauwe rand, die in kleine opstaande trossen samen staan, zijn zeer apart, ze bestaan uit 3 opstaande bloemblaadjes die men de vlag noemt, en drie neerhangende, deze noemt men de lip. Ze verkiezen een niet te zanderige, normale vochthoudende bodem en een zonnige standplaats.
Plantafstand: indien meerdere planten van deze soort in een groep geplant worden, plant men deze best 40 cm tot 50 cm van elkaar.